Het Weense fin de siècle

De Leidse Salon wijdt een aantal concerten aan de Eerste Weense School en aan de Tweede Weense School waar Schönberg, Webern en Berg de toon aangaven.
De Oostenrijkse hoofdstad Wenen kent - net als Nederland - zijn Gouden Eeuw. Deze Gouden Eeuw beslaat een groot deel van de achttiende eeuw. Er is een enorme bloei van de kunsten die nadrukkelijk werd gestimuleerd door het vorstenhuis van de Habsburgers dat onlosmakelijk met Wenen verbonden was. Componisten en musici profiteren van deze bloeiperiode.
Het programma bestaat uit verschillende onderdelen. Vier liederen uit Des Knaben Wunderhorn, Gustav Mahler (1860-1911). Ablösung im Sommer, Der Tamboursg’sell, Rheinlegendchen en Urlicht.
Vervolgens komt Richard Wagner (1810-1883)
Uit: Tristan und Isolde
- Vorspiel und Isoldens Liebestod(arr.LdM)
Hierna volgt een pauze
Alexander von Zemlinsky (1871-1942)
Trio voor klarinet, cello en piano in d, op. 3
Allegro ma non troppo
Andante
Allegro
Gustav Mahler
Uit: Rückert-Lieder [arr. LdM]
- Ich bin der Welt abhanden gekommen
Musici: Chimaera Trio: Annemiek de Bruin bespeelt de klarinet. Irene Kok bespeelt de cello en Laurens de Man de piano.
Prijzen
- € 22,50