Jaarlijks zingt de Leidse Cantorij op de zondag na Allerzielen een requiem.
Ditmaal ligt het Officium Defunctorum (dienst voor de doden) uit 1603 van Tomàs Luiz de Victoria op de lessenaars.
Mystiek, warm, sonoor en zeer expressief: dit requiem is een onbetwist hoogtepunt uit de “Gouden Eeuw” van de Spaanse muziekgeschiedenis. De componist ervan wordt beschouwd als een van de meesters van de renaissance, schrijvend in de polyfone stijl. De Victoria schreef zijn zesstemmig requiem voor de gedenkdienst van de zuster van Philips de Tweede. De mis verscheen in druk in 1605, en was daarmee het laatste gepubliceerde werk van De Victoria, die in 1611 overleed: een magnifieke zwanenzang. Tussen de a cappella koordelen door voert organiste Willeke Smits enige Spaanse orgelwerken uit op het De Swart-/van Hagerbeer-orgel uit 1565/1637, daterend derhalve uit dezelfde tijd als de uit te voeren composities. Het inleidende en afsluitende gebed van deze Allerzielenvesper wordt uitgesproken door liturg ds. Margreet Klokke.
Prijzen
- Gratis